*Foto boven: Marjolein Stolk *Tekst: Omroep Zeeland Televisie dinsdag 22 juni 2021
Populariteit Zeeuws melkschaap stijgt weer
Op het beroemde schilderij van de gebroeders Van Eyck uit 1432 stond het Zeeuws melkschaap model voor 'Het Lam Gods'. Ook op het kunstwerk 'De Stier' van Paulus Potter uit 1647 en 'De Hoenderhof' van Jan Steen uit 1660 staat een melkschaap afgebeeld. Het melkschaap kent een lange geschiedenis en heeft zijn oorsprong in de streken langs de Noordzeekust waar de kleigrond en het voedselrijke gras garant staan voor een hoge melkproductie.
Ondanks dat het melkschaap eeuwenlang voor melk, vlees, wol en dus kunstwerken zorgde, dreigde het dier vorige eeuw bijna uit te sterven. Maar door ingrijpen van de familie Breel uit Veere is het Zeeuws melkschaap weer op de kaart gezet. De afgelopen veertig jaar heeft de familie er voor gezorgd dat het Zeeuwse melkschaap weer een zuiver ras is geworden en de populariteit is gestegen.
Tot in de eerste helft van de vorige eeuw kwam volgens schapenhouder Jan Breel het melkschaap nog veelvuldig voor op Walcheren. "Bijna elke boer of iemand met een stukje grond had wel een melkschaap voor eigen consumptie. De melk werd gedronken, maar er werd ook verse schapenkaas van gemaakt. En wanneer er wat verse schapenkaas over was, werd dat weggegeven of verkocht op de markt." Alles gebeurde op een kleinschalige manier en er waren op Walcheren nog geen officiële schapenhouderijen.
Goedkope wol
Het melkschaap werd, behalve voor de melk, ook gehouden vanwege het vlees en de wol. Maar door de opkomst van de zogenoemde vleesrassen, zoals de Texelaar, werd het minder interessant om met melkschapen te fokken. Daarnaast werd de wolproductie minder lonend door de productie van kunstvezels en de import van goedkope wol uit Australië. Er bleven steeds minder melkschapen over met als dieptepunt de periode rond de Tweede Wereldoorlog.
Tijdens de oorlog werd de Zeeuwse veestapel zwaar getroffen. Het Duitse leger eiste bij landbouwers en veehouders zowel paarden als vee op voor de oorlogsvoering. Fokvee en veevoeders werden niet meer ingevoerd. En er vonden ook noodslachtingen plaats, zodat de bevolking te eten had. Het Zeeuws melkschaap had het tijdens deze periode zwaar, maar de genadeslag kwam in 1944.
Inundatie
De Duitse bezetter zette grote gebieden onder water om mogelijke aanvallen van de geallieerden af te slaan. Ook Walcheren kwam onder water te staan, waarbij veel dieren, waaronder het Zeeuwse melkschaap, omkwamen. "Na de oorlog vond er landbouwherstel plaats en werd er weer vee aangevoerd uit andere delen van het land. Maar het melkschaap kwam niet terug", aldus Breel.
Volgens Breel waren er na de oorlog nog maar enkele Zeeuwse melkschapen over op Walcheren. "Er was een viertal oudere boeren die wilden proberen om het Zeeuws melkschaap weer nieuw leven in te blazen. Eén van die boeren was mijn vader." De boeren vormden een bestuur, inventariseerden alle raszuivere melkschapen in Zeeland en startten met een fokprogramma.
Vereniging opgericht
Dat leidde uiteindelijk in 1984 tot de oprichting van de vereniging het Zeeuws Melkschaap. Breel is toen ook gestart met een schapenstamboek. "Dit registratiesysteem heeft ontzettend goed geholpen om de raszuiverheid van het Zeeuws melkschaap te bewaken en ervoor te zorgen dat de schapen een goeie melkgift hadden."
Dat ik zo weinig rimpels heb, komt omdat ik elke dag verse schapenkaas eet. "
Jan Breel - schapenhouder
Er kwamen steeds meer hobbyisten die hun melkschaap ook lieten dekken. En door ieder melkschaap te controleren op bepaalde kenmerken, zorgde de vereniging ervoor dat het ras zuiver bleef. "Door de bekendheid hebben we uiteindelijk na drie à vier generaties andere bedrijven kunnen bevoorraden met lammeren van onze schapenhouderij."
Het Zeeuws melkschaap behoort tot de categorie zeldzame bijzondere huisdierrassen. Het schaap heeft een lange en tengere hals. De neus is licht gebogen en de oren zijn licht en breed. De kale staart reikt tot de hak. De ogen zijn groot, sprekend en bruin. Neus, lippen en bek zijn bleek. Aan de hals bungelen soms twee belletjes. Ze zijn alleen zichtbaar als het schaap net geschoren is.
De familie Breel heeft inmiddels meer dan driehonderd melkschapen die elke dag twee keer worden gemolken. Dat is volgens Breel erg arbeidsintensief en niet te vergelijken met hoe het vroeger ging. "Dus wil je hard werken, dan moet je schapen gaan melken en kaas maken. Dan ben je van werk verzekerd, de opbrengst is nog maar de vraag, hahahaha."
Breel is al een aantal jaar met pensioen, maar dat betekent niet dat hij achter de geraniums zit. Hij is elke dag nog op de boerderij te vinden en helpt zijn zoon Remco Breel waar nodig. "Weet je, dat ik me zo jong voel en weinig rimpels heb, komt omdat ik elke dag verse schapenkaas eet. Een beetje zout en peper erop, heerlijk."
Tekst: Omroep Zeeland Televisie